Nieuwsbrief

Geen twee

Vrede, https://unsplash.com/@rhindaxu

Eenmaal je ware zelf ontdekt en ermee versmolten, dus wanneer er geen twee meer zijn; jij en je ware zelf, of jij en de ander, dan is er eenvoudigweg wat er is. Dat is ten diepste altijd al zo, en nu realiseer je dat ook. Met dat wegvallen van de tweeheid, valt ook de ego-kracht (grotendeels) weg. En daarmee uiteindelijk ook het je best doen om bewust aanwezig te zijn. Je bent immers aanwezigheid.

Vaak zit er in het bewust aanwezig, getuige- of gewaar-zijn een subtiele ego-kracht die nog twee maakt van wat in werkelijkheid ongedeeld is. Je voelt dat ook, er zit een subtiele spanning op. Je moet er je best voor doen. Net als alle ervaringen komt en gaat het getuige, of bewust aanwezig zijn. Wanneer de aandacht verslapt, verslapt ook het bewust aanwezig zijn. Dat wat niet komt en gaat dat ben jij, en dat is alles wat er is.

De functie van de getuige-positie

De fase van getuige zijn van wat er in jezelf plaatsvindt is daarmee niet onbelangrijk. Het is juist een ongelofelijk belangrijke fase. En tegelijkertijd zal het op den duur doorzien worden als dualiteit bekrachtigend, wanneer je er dan aan vast blijft vasthouden. Je voelt dan dat er iets niet helemaal klopt.

Tot die tijd kan het gewaar zijn als getuige behulpzaam zijn om je bewust te worden van jezelf. Een fase die zich afspeelt in de dualiteit. Alsof er twee jij-en zijn. Bewustzijn wat zich van zichzelf bewust wordt. Daar heb je immers de indruk van twee voor nodig. Tot dat niet meer zo is.

Zien wat je niet bent

Je ziet in deze fase waarin je je bewust wordt van jezelf dat je niet je gedachten bent, niet je gevoelens en niet je lichaam. Dit besef en het ook daadwerkelijk ervaren helpt om jouw zelf bloot te leggen. Maar als dat eenmaal blootligt en je er wat in bent gestabiliseerd dan komt er zoals ik hierboven beschreef een moment dat het proces verder gaat en zich verdiept.

Éénwording

Je komt ergens op een punt dat de meest wezenlijke dualiteit, namelijk bewustzijn en wat erin verschijnt, samenvalt. De subtiele identificatie met het vormloze, weidse bewustzijn lost hier op en verruimt zich tot alles wat je ervaart.

Wanneer de ik-kracht oplost …

Dat oplossen van de subtiele ik-kracht kan voelen als sterven. Al ben je tegen deze tijd al een aantal keren door het proces van loslaten en overgave gegaan. En is er al eerder ik-kracht opgelost. Bijvoorbeeld toen de identificatie met je lichaam en met je geest losliet en de ruimtelijkheid van je zijn oplichtte.

Toch kan het wederom voelen als het verliezen van controle en een poosje desoriënterend zijn. Net zoals dat ook het geval was toen je realiseerde dat je niet bent wie je dacht dat je was. (Niet slechts dit lichaam en deze geest.) Ook dat was in het begin vermoed ik desoriënterend.

Toen het samenvallen bij mij plaatsvond vlamde zelfs kortstondig de angst op dat ik terugviel in de fase van voor de zelfrealisatie. Ik merkte namelijk dat ‘ik’ een poosje niet meer naar believen de diepte van zijn in kon zakken, zoals ik daarvoor gewend was wanneer ‘ik’ zakte in zijn.

Hoe je iets interpreteert maakt zoveel uit

Maar nu was er geen ik die in zijn kon zakken. Er was eenvoudigweg wat er was. Inclusief en naadloos één. Ik ben zo dankbaar dat ik Adyashanti hier eens over had horen spreken, waardoor ik herkende wat er gebeurde. En waardoor vertrouwen en overgave het overnamen. In plaats van terug proberen te keren naar vertrouwde grond. Wellicht dat deze woorden dat voor jou kunnen betekenen.

Het maakt zo’n wereld van verschil hoe je iets interpreteert. Zelfs bij zoiets moois als eenwording. Geeft de interpretatie angst of vertrouwen? Een samentrekken of openen en overgave? Er zijn mensen die op dit punt aangekomen terugkrabbelen omdat ze denken dat er iets verkeerd gaat.

Uitlijning

Soms was de diepte van zijn wat meer op de voorgrond en soms ook de tastbare wereld. Later kwam de mogelijkheid om dieper in zijn te zakken of om juist te focussen op de tastbare wereld weer terug. Maar niet meer zoals dat vanuit een afgescheiden ik plaatsvond. Het verschil is subtiel en tegelijkertijd onmetelijk.

Er is alleen dit naadloze zijn in zijn volledigheid. Inclusief. Inclusief oud zeer, inclusief oude neigingen om daarmee om te gaan. Inclusief de boom daarbuiten. Inclusief de regen op je huid of een kind die jengelt. Onmetelijke intelligentie wat zich ontvouwt in alles en ieder, precies in wat je nu ervaart.

En dat is het fijne van ‘zijn’, want waar je je ook bevindt in je proces van openen en ontwaken, je bent nu al volledig.

Hartegroet,

Linda