Beste lezer,
Tijdens een meditatieve bijeenkomst noemde een deelnemer dat ze het gevoel had alsof er een deur zat tussen haar en haar onbegrensde natuur van zuivere aanwezigheid. Eerder was ze hier moeiteloos in terecht gekomen wanneer ze mee mediteerde, maar nu voelde ze ongemak en onrust. Ze merkte ze dat ze haar best ging doen om weer in het moeiteloze zijn terecht te komen. Ik vertelde haar dat ik vermoedde dat de wittebroodsweken van moeiteloos verblijven in aanwezigheid voorbij waren. Wat eigenlijk verheugend was, maar wat voor haar natuurlijk ook een teleurstelling was.
Natuurlijke ontwikkeling
Wanneer we geen weet hebben van onze onbegrensde natuur zien we ook geen deuren die ervoor zouden kunnen staan. In deze fase zie je de wereld en je lichaam vanuit wat ik de buitenste rand van bewustzijn noem. Je bent nog volledig geïdentificeerd met deze buitenste rand en het lijkt of het leven zich hiertoe beperkt. Ondertussen rijpt Bewustzijn tot het moment dat je beseft dat er meer is dan alleen de tastbare wereld. Een diep verlangen naar heel zijn ontvlamt in je hart en zet je op een zoektocht naar spiritueel ontwaken. Een nieuwe fase breekt aan.
Opeens lijkt het of er een dichte deur is die tussen ‘jou’ en je ware natuur staat. We proberen van alles om de deur te vinden die ons hart lijkt te ontsluiten en we doen ontzettend ons best om hem te openen als we hem hebben gevonden. Je herkent het vast wel. Je leest boeken over spiritueel ontwaken, mediteert, gaat naar cursussen of in therapie, bezoekt Satsangs en dergelijke. Deze zoektocht brengt je tot aan de deur van je hart en soms gaat hij op goed geluk eventjes open. Over het algemeen zijn dit glimpen van helder inzicht die ons hart vervullen en voldoende zijn om met hernieuwde moed en energie onze weg te vervolgen.
Een periode breekt aan van heen en weren voor een ogenschijnlijk dichte deur. Hoe kom ik hier doorheen?
Ergens komt er een moment dat je jezelf de vraag stelt wat de essentie van de deur is? De vraag rijst in je op wat je er over gelooft? En daarmee verbonden rijst de meest wezenlijke vraag die je je ooit kunt stellen: Wie ben ik werkelijk?
Al heen en werend voor de deur, onderzoekend, wanhopend en dan weer hopend opent zich op een bepaald moment de deur wanneer de aard van de werkelijkheid wordt doorzien. Het licht dat achter de deur leek te zijn, schijnt je tegemoet. Je beseft je dat je dit licht bent en ook altijd al was! Ongelofelijk, het was al die tijd daar! Hoe kon ik dat nou niet zien? Diepe vreugde vervult je hart. Dit is waar je al die tijd naar zocht.
En dan, o wat een desillusie, lijkt de deur zich weer te sluiten! De wittebroodsweken van spiritueel ontwaken zijn voorbij en de vrede en vrijheid waarvan je wist dat ze je natuur vormen, lijken verloren. Wat doet dit pijn! Het lijkt zo ver weg en onbereikbaar terwijl de herinnering aan de verstilde, zachte vrede nog na fluistert in je lichaam.
Opnieuw gaan we heen en weren voor die ogenschijnlijk dichte deur. We zoeken naar een opening, gaan ontzettend ons best doen (of juist niet) en vragen ons af hoe we dat de vorige keer toch deden? We herhalen wat eerder ook leek te werken en hoewel dat soms een aantal keren lijkt te werken, blijkt op een gegeven moment dat niets meer werkt. Mediteren, yoga, retraites… Wat nu?
Het zoeken, streven, falen en stuklopen heeft een functie. Namelijk dat je systeem volledig doordrongen raakt van het inzicht en besef dat het ‘ik’ niets kan doen om je in je verlichte natuur te brengen. Langzaam dringt het besef door dat het juist het ‘ik’ is dat je het zicht op je wezenlijke natuur ontneemt, wanneer je er heilig in gelooft. Het ‘ik’ dat zo zijn best deed om bevrijding te vinden begint uiteen te vallen. In deze periode hebben je lichaam en geest het heen en weren nog nodig om in een precies passend tempo doordrongen te raken van de waarheid. Alle illusies waaraan nog wordt vastgeklampt komen in deze fase aan het licht. En iedere keer dat de deur open gaat, al is het maar op een kiertje, helpt de helderheid van het licht (jezelf) je om de controle en illusie van ‘de doener’ los te laten. Dit proces zal doorgaan tot het moment dat je ‘ik’ het opgeeft om de deur proberen open te forceren. Er wordt gezien dat er nooit werkelijk een ‘ik’ was en doordat je ziet waar de deur van is gemaakt opent hij zich volledig. Je gaat de deur door, draait je om en… er blijkt helemaal nooit een deur te zijn geweest!
Iedere ogenschijnlijk onneembare hindernis, die zo echt lijkt wanneer je het bekijkt met ogen die kijken vanuit de buitenste rand van bewustzijn, de tastbare wereld, blijkt op te lossen en niet te bestaan wanneer het gezien wordt vanuit Bewustzijn. Desalniettemin is iedere hindernis die je op je weg ontmoet, nodig voor het verlichtingsproces. Het zijn de spiegels die ons tonen wat we nog geloven over het leven.
Heb je soms wel eens het gevoel dat je op een onzichtbare poort staat te bonken: Laat me erin!?
Vertrouw, ga voort en onderzoek wat je nog gelooft over wat tussen jou en je natuur in lijkt te staan. Resoneer met mensen, natuur, boeken, kunst e.d. die de vonk in je hart doen opvlammen.
Dat je meer en meer mag ontspannen in het vertrouwen van je hart.
Liefs,
Linda Rood